Boven het notenvoorschrift van elke psalm staat een relatief onbekend begrip, zoals ionisch, phrygisch of hypo-mixolydisch. Hiermee wordt het muzikale karakter en toonsoort van de psalm aangegeven.
Met een (kerk)toonladder zoals ‘Hypo-ionisch’ wordt het muzikale karakter en de toonsoort van een psalm vastgelegd. De 8 tonen van de kerktoonladder bepalen vooral de tonen van de psalm. De laagste toon van de toonladder is de grondtoon en vaak eindigt de psalm hier ook mee. ‘Hypo’ betekent de melodie een kwart lager begint dan de grondtoon.
De kerktoonladder Hypo-ionisch is majeur van gevoel (vrolijk, opgewekt en lieflijk) en heeft de grondtoon C. Bij toepassingen kun je denken aan: lofpsalmen.
Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.