Hij, die op Gods bescherming wacht,
Wordt door den hoogsten Ko-ning,
Beveiligd in den duis’tren nacht,
Beschaduwd in Gods wo-ning.
Dies noem ik God, zo goed als groot
Voor hen, die op Hem bouwen,
Mijn burg, mijn Toevlucht in den nood,
Den God van mijn betrouwen.
Hij zal uit ’s vogelvangers net
U veilig doen ontko-men.
Hij is het, die uw leven redt;
Gij hebt geen pest te schro-men.
Hij zal, in lijfs- en zielsgevaar,
U met Zijn vleug’len dekken;
Zijn waarheid u ten beukelaar,
En ten rondas verstrekken.
De schrik des nachts doet u niet vliên,
Waarvoor de bozen be-ven.
Geen pijlen hoeft gij ’s daags t’ ontzien,
Die hevig om u zwe-ven.
De pest, met welk een snellen spoed,
Zij moog’ in ’t duis’tre waren,
Noch ’t streng verderf, dat ’s middags woedt,
Zal uwe ziel vervaren.
Gij zult aan d’ een en d’ and’re hand,
Tienduizenden zien val-len;
Terwijl gij, in gerusten stand,
Bewaakt blijft boven al-len.
Het dreigend leed vliegt u voorbij;
Alleenlijk zien uw ogen,
Hoe schrikklijk ’t loon der bozen zij,
Die d’ Almacht niet verhogen.
Ik steun op God, mijn Toeverlaat,
Dies heb ik niets te vre-zen:
Wie God vertrouwt, die deert geen kwaad;
Uw tent zal veilig we-zen.
Hij zal Zijn engelen gebiên,
Dat z’ u op weg bevrijden;
Gij zult hen, in gevaren, zien
Voor uw behoud’nis strijden.
Zij zullen u, Gods gunstgenoot,
Naar ’s Hoogsten welbeha-gen,
Opdat gij aan geen steen u stoot,
Op hunne handen dra-gen.
Gij zult op jonge leeuwen treên,
Op giftig’ adders stappen,
En door gevaar noch vrees bestreên,
Den leeuw en draak vertrappen.
Dewijl zijn ziel Mij teer bemint,
Dus laat God Zelf Zich ho-ren,
Heb Ik voor hem, als voor Mijn vrind,
Een heilrijk lot bescho-ren;
Omdat hij Mijnen Naam erkent,
Zal hem Mijn gunst verzellen;
Ik zal hem redden uit d’ ellend’
En op een hoogte stellen.
Hij zal in alle ramp en pijn,
Tot Mij om uitkomst zuch-ten;
En Ik gestadig bij hem zijn,
In al zijn ongenuch-ten.
’t Gevaar zal Ik hem doen ontvliên,
Zijn levensdagen rekken;
’k Zal hem Mijn eer en heil doen zien,
En nooit Mijn hulp onttrekken.
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010. Bijbelvertaling aanpassen
Onberijmd: Onbekend, berijmd: Genootschap Laus Deo, Salus Populo
Deze vertrouwenspsalm beschrijft het vertrouwen in God dat een gelovige kan hebben bij allerlei soorten gevaren en uitdagingen. Deze psalm is geschreven als een dialoog tussen een priester, een gelovige en God (14-16).
Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.