Zijn grondslag, zijn onwrikb’re vastigheden
Heeft God gelegd op bergen, Hem gewijd;
De HEER’, die Zich in Sions heil verblijdt,
Bemint het meer dan alle Jakobs steden.
Men spreekt van u zeer herelijke dingen,
O schone stad van Isrels Opperheer.
’k Zie Rahab, ik zie Babel, tot Uw eer,
Bij hen geteld, die Mijne grootheid zingen.
De Filistijn, de Tyrier, de Moren,
Zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht;
Van Sion zal het blijde nageslacht
Haast zeggen: “Deez’ en die is daar geboren”.
God zal ze Zelf bevestigen en schragen,
En op Zijn rol, waar Hij de volken schrijft,
Hen tellen, als in Isrel ingelijfd,
En doen den naam van Sions kind’ren dragen.
Dan wordt mijn naam met lofgejuich geprezen;
Dan zullen daar de blijde zangers staan,
De speelliên op de harp en cimbel slaan,
En binnen u al mijn fonteinen wezen.
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010. Bijbelvertaling aanpassen
Onberijmd: De zonen van Korach, berijmd: Johannes Eusebius Voet
Deze psalm behoort tot de serie 'liederen van Sion': liederen die Sion (Jeruzalem) bezingen als bijzondere stad waaraan God Zich heeft verplicht. De psalmdichter ziet vooruit naar mensen uit alle volken, die burgers worden van deze stad.
Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.