Wil, o God, mijn bede horen;
Neig Uw oren
Naar mijn zuchten en geween.
In veraf gelegen streken,
Schier bezweken,
Zoek ik heul bij U alleen.
Leid mij, HEER’; ik zou in ’t stijgen
Nederzijgen;
Leid mij op een hoge rots,
Wil mij tot een toevlucht wezen,
Als voordezen,
’s Vijands wreed geweld ten trots.
’k Zal in Uwe tent verkeren,
HEER’ der heren,
Voor Uw oog, in eeuwigheid.
’k Zal op U mijn vast vertrouwen
Altoos bouwen,
Door Uw vleug’len overspreid.
Want Uw goedheid, die wij loven,
Heeft van boven
Mijn geloft’ en beê gehoord.
Gij deedt mij tot d’ erf’nis komen
Van de vromen,
Wien de vrees Uws Naams bekoort.
Gij zult nieuwe dagen voegen,
Vol genoegen,
Bij des konings levenstijd.
Zijner jaren tal vermeren,
in ’t regeren,
Door Uw gunst van ramp bevrijd.
Hij zal eeuwig in vermogen,
Voor Uw ogen,
Zitten op zijn troon, o Heer’.
Zend Uw waarheid, Uw ontferming
Ter bescherming;
Zend ze tot zijn wachters neer.
’k Zal dan door mijn blijde galmen,
Door mijn psalmen,
Loven Uwe Majesteit;
Mijn geloften U betalen,
Menigmalen
Plechtig aan U toegezeid.
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010. Bijbelvertaling aanpassen
Onberijmd: Onbekend, berijmd: Genootschap Laus Deo, Salus Populo
Smeekgebed van David waarin hij om bescherming bidt. Hij vertrouwt dat God zijn leven en koninklijke heerschappij zal verlengen.
Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.