1

Dat op uw klacht de hemel scheure;
Dat zich de HEERontdekk’!
De God van vader Jakob beure
U in een hoog vertrek.
Hij doe in gunstrijk welbehagen,
Uit Sions tempelzalen,
Om u te helpen en te schragen,
Zijn zegen nederdalen.

2

Hij will’ uw offerspijz’ gedenken;
De hemelvlam verteer’,
Wat g’ op het brandaltaar zult schenken,
Tot ’s Allerhoogsten eer.
Hij geev’ u, naar uw wens, t’ ontvangen,
Geluk in al uw daden,
Zijn gunst bestier’ naar uw verlangen
Al wat gij moogt beraden.

3

Dan zal ’t gejuich ten hemel dringen,
Dan zullen wij Gods eer,
Bij opgestoken vaandels, zingen.
Uw wens vervull’ de HEER’,
’k Weet nu, dat Gods gezalfden Koning
Geen heilgoed zal ontbreken,
Want God zal, uit Zijn hemelwoning
Hem sterken op zijn smeken.

4

Op wagens, paarden, en op helden,
Zij onze vijand stout;
Wij zullen d’ eer en grootheid melden
Van God, die ons behoudt!
Zij zijn gekromd, terneer gestoten,
Van moed beroofd en krachten;
Maar wij, wij hebben ’t heil genoten,
Waarop ons God deed wachten.

5

Behoud, o HEER’, wil bijstand zenden,
Verlos, bewaar, verschoon.
Die Koning hoor’, als w’ in ellenden
Aanbidden voor Zijn troon.

WDogMQpUOiBQc2FsbSAyMDo0Ck06IEMKTDogMS80CkM6IGRvcmlzY2gKUzogwqkgMjAyNCAtIGxpdHVyZ2llLm51ClE6IDE0MAolJU1JREkgcHJvZ3JhbSAxNgpLOiBECkIyIEIgXkEgQiBkIGMgQjIgXkEgQiBACnc6T3Agd2EtZ2VucywgcGFhci1kZW4sIGVuIG9wIGhlbC1kZW4sDQpHIEcgRyBGIEUgRDIgejIKdzpaaWogb24temUgdmlqLWFuZCBzdG91dDsNCkcyIEEgQiA9YyBCIEEgRyBGMiBFIEAKdzpXaWogenVsLWxlbiBk4oCZfmVlciBlbiBncm9vdC1oZWlkIG1lbC1kZW4NCkcgRiBFIEUgXkQgRTIgejIKdzpWYW4gR29kLCBkaWUgb25zIGJlLWhvdWR0IQ0KRTIgQiBCIEEgQSBCIGQgYzIgQjIgejIKdzpaaWogemlqbiBnZS1rcm9tZCwgdGVyLW5lZXIgZ2Utc3RvLXRlbiwNCmQyIGMgQiBBIEcgQTIgRzIgejIKdzpWYW4gbW9lZCBiZS1yb29mZCBlbiBrcmFjaC10ZW47DQpHMiBFIEYgRyBBIEIgQSBHMiBGMiB6Mgp3Ok1hYXIgd2lqLCB3aWogaGViLWJlbiDigJl0fmhlaWwgZ2Utbm8tdGVuLA0KRzIgQSBCIEEgRyBGMiBFMiB6MnxdCnc6V2FhLXJvcCBvbnMgR29kIGRlZWQgd2FjaC10ZW4uCg==

Onberijmde versie Psalm 20:1-10 (HSV) Bijbelvertaling aanpassen

  1. Een psalm van David, voor de koorleider.
  2. Moge de HEERE u verhoren in de dag van benauwdheid,
    de Naam van de God van Jakob u in een veilige vesting zetten.
  3. Moge Hij u hulp zenden uit het heiligdom
    en u ondersteunen uit Sion.
  4. Moge Hij aan al uw graanoffers denken
    en uw brandoffer tot as verteren.
  5. Moge Hij u overeenkomstig de wens van uw hart geven
    en al uw voornemens in vervulling doen gaan.
  6. Wij zullen juichen over uw heil
    en de vaandels opheffen in de Naam van onze God.
    Moge de HEERE al uw verlangens vervullen.
  7. Nu weet ik dat de HEERE Zijn gezalfde verlost!
    Hij zal hem verhoren uit Zijn heilige hemel,
    met machtige daden van heil door Zijn rechterhand.
  8. Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden,
    maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen.
  9. Zíj kromden zich en vielen,
    maar wíj zijn opgestaan en staande gebleven.
  10. HEERE, verlos;
    moge die Koning ons verhoren op de dag dat wij roepen.

Dichter:

Onberijmd: David, berijmd: Johannes Eusebius Voet

Samenvatting:

Gebed van David om succes voor de koning in de strijd. Deze psalm bestaat uit twee delen: het volk bidt voor zijn koning (2-6) en het leger drukt zijn vertrouwen uit in God (7-9).

Deze website is nog in ontwikkeling

Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.

Psalmen: 150 van 150
Formulieren: 0 van 8
Instrumentorgel
Zangwijzeritmisch
Snelheid100M50
BijbelvertalingHSV
Tekst17