Dat op uw klacht de hemel scheure;
Dat zich de HEER’ ontdekk’!
De God van vader Jakob beure
U in een hoog vertrek.
Hij doe in gunstrijk welbehagen,
Uit Sions tempelzalen,
Om u te helpen en te schragen,
Zijn zegen nederdalen.
Hij will’ uw offerspijz’ gedenken;
De hemelvlam verteer’,
Wat g’ op het brandaltaar zult schenken,
Tot ’s Allerhoogsten eer.
Hij geev’ u, naar uw wens, t’ ontvangen,
Geluk in al uw daden,
Zijn gunst bestier’ naar uw verlangen
Al wat gij moogt beraden.
Dan zal ’t gejuich ten hemel dringen,
Dan zullen wij Gods eer,
Bij opgestoken vaandels, zingen.
Uw wens vervull’ de HEER’,
’k Weet nu, dat Gods gezalfden Koning
Geen heilgoed zal ontbreken,
Want God zal, uit Zijn hemelwoning
Hem sterken op zijn smeken.
Op wagens, paarden, en op helden,
Zij onze vijand stout;
Wij zullen d’ eer en grootheid melden
Van God, die ons behoudt!
Zij zijn gekromd, terneer gestoten,
Van moed beroofd en krachten;
Maar wij, wij hebben ’t heil genoten,
Waarop ons God deed wachten.
Behoud, o HEER’, wil bijstand zenden,
Verlos, bewaar, verschoon.
Die Koning hoor’, als w’ in ellenden
Aanbidden voor Zijn troon.
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010. Bijbelvertaling aanpassen
Onberijmd: David, berijmd: Johannes Eusebius Voet
Gebed van David om succes voor de koning in de strijd. Deze psalm bestaat uit twee delen: het volk bidt voor zijn koning (2-6) en het leger drukt zijn vertrouwen uit in God (7-9).
Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.