’k Zal met mijn ganse hart Uw eer
Vermelden, Heer’,
U dank bewijzen.
’k Zal U in ’t midden van de goôn,
Op hogen toon,
Met psalmen prijzen;
Ik zal mij buigen op Uw eis,
Naar Uw paleis,
Het hof der ho-ven,
En, om Uw gunst en waarheid saâm,
Uw groten Naam
Eerbiedig loven.
Door al Uw deugden aangespoord,
Hebt Gij Uw woord
En trouw verheven.
Gij hebt mijn ziel op haar gebed,
Verhoord, gered,
Haar kracht gegeven.
Al ’s aardrijks vorsten zullen, HEER’,
Uw lof en eer
Alom doen ho-ren,
Wanneer de rede van Uw mond,
Op ’t wereldrond,
Hun klinkt in d’ oren.
Dan zingen zij, in God verblijd,
Aan Hem gewijd,
Van ’s HEEREN wegen;
Want groot is ’s HEEREN heerlijkheid,
Zijn Majesteit
Ten top gestegen.
Hij slaat toch, schoon oneindig hoog,
Op hen het oog,
Die need’rig knie-len;
Maar ziet van ver met gramschap aan
Den ijd’len waan
Der trotse zielen.
Als ik, omringd door tegenspoed,
Bezwijken moet,
Schenkt Gij mij leven.
Is ’t, dat mijns vijands gramschap brandt,
Uw rechterhand
Zal redding geven.
De HEER’ is zo getrouw als sterk,
Hij zal Zijn werk
Voor mij volen-den,
Verlaat niet wat Uw hand begon,
O Levensbron,
Wil bijstand zenden.
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010. Bijbelvertaling aanpassen
Onberijmd: David, berijmd: Johannes Eusebius Voet
Dankpsalm van David, die God looft vanwege Zijn trouw, goedertierenheid en bewaring.
Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.