1

Dat Israël nu zegge, blij van geest:
Indien de HEER’, die bij ons is geweest,
Indien de HEER’, die ons heeft bijgestaan,
Toen ’s vijands heir en aanval werd gevreesd,
Niet had gered, wij waren lang vergaan.

2

Dan hadden zij ons levendig vernield;
Hun hete toorn had ons gewis ontzield;
Bedolven in een diepen jammervloed;
Dan had een stroom, dien niemand tegenhield,
Ons gans versmoord, had God het niet verhoed.

3

Dan had geen mens naar onze klacht gehoord;
Dan had een zee van rampen ons versmoord.
Geloofd zij dies de HEER’, die redt van ’t graf,
Die ons, schoon wreed vervolgd van oord tot oord,
Tot enen roof niet in hun tanden gaf.

4

W’ ontkwamen haast des vogelvangers net,
Den lozen strik, tot ons bederf gezet:
De strik brak los, en wij zijn vrij geraakt.
De HEERis ons tot hulp op ons gebed;
Die God, die aard’ en hemel heeft gemaakt.

WDogMQpUOiBQc2FsbSAxMjQ6MgpNOiBDCkw6IDEvNApDOiBoeXBvLWlvbmlzY2gKUzogwqkgMjAyNCAtIGxpdHVyZ2llLm51ClE6IDE0MAolJU1JREkgcHJvZ3JhbSAxNgpLOiBEbQpGMiBHIEEgQjIgQTIgRyBGIEYgRSBGMiB6Mgp3OkRhbiBoYWQtZGVuIHppaiBvbnMgbGUtdmVuLWRpZyB2ZXItbmllbGQ7CkEyIEIgYyBkMiBjMiBCIEEgRzIgRjIgRTIgejIKdzpIdW4gaGUtdGUgdG9vcm4gaGFkIG9ucyBnZS13aXMgb250LXppZWxkOwpDMiBGIEYgRTIgRjIgRyBCMiBBMiBHIEEyIHoyCnc6QmUtZG9sLXZlbiBpbiBlZW4gZGllLXBlbiBqYW0tbWVyLXZsb2VkOwpjMiBjIEIgQTIgRzIgQSBjIGMgPUIgYzIgejIKdzpEYW4gaGFkIGVlbiBzdHJvb20sIGRpZW4gbmllLW1hbmQgdGUtZ2VuLWhpZWxkLApBMiBHIEYgRTIgRjIgRyBCIEEyIEcyIEYyIHoyfF0KdzpPbnMgZ2FucyB2ZXItc21vb3JkLCBoYWQgR29kIGhldCBuaWV0IHZlci1ob2VkLgo=

Onberijmde versie Psalm 124:1-8 (HSV) Bijbelvertaling aanpassen

  1. Een pelgrimslied, van David.
    Als de HEERE niet bij ons geweest was,
    – zeg dat toch, Israël –
  2. als de HEERE niet bij ons geweest was,
    toen mensen tegen ons opstonden,
  3. dan hadden zij ons levend verslonden,
    toen hun toorn tegen ons ontbrandde;
  4. dan hadden de wateren ons overspoeld
    en was een woeste stroom over onze ziel gegaan;
  5. dan waren de onstuimige wateren
    over onze ziel gegaan.
  6. Geloofd zij de HEERE, Die ons niet overgaf
    tot een prooi voor hun tanden.
  7. Onze ziel is ontkomen als een vogel
    uit de strik van de vogelvanger;
    de strik is gebroken
    en wíj zijn ontkomen.
  8. Onze hulp is in de Naam van de HEERE,
    Die hemel en aarde gemaakt heeft.

Dichter:

Onberijmd: David, berijmd: Johannes Eusebius Voet

Samenvatting:

Eén van de 15 pelgrimsliederen: psalmen die werden gezongen tijdens de bedevaart naar Jeruzalem ter gelegenheid van de grote, jaarlijkse feesten, waarbij de pelgrims optrokken naar de heilige stad, die op een berg ligt. Deze psalm is een dankgebed van David: God bewaart in nood!

Te zingen bij:

Deze website is nog in ontwikkeling

Momenteel is deze website in bèta-versie beschikbaar. U kunt al wel gebruik maken van deze website. In de komende maanden worden moeilijke en verouderde woorden in de klassieke liturgische formulieren voorzien van uitleg. Help mee en ondersteun deze werkzaamheden.

Psalmen: 150 van 150
Formulieren: 0 van 8
Instrumentorgel
Zangwijzeritmisch
Snelheid100M50
BijbelvertalingHSV
Tekst17